Lemurië, bestond voordat Atlantisch opkwam al vele, vele eonen. In de eerste dagen van Lemurië was de aarde een lichtparadijs. Het was ver voor de tijd van tegenstellingen. Er leefden nog geen stoffelijke mensen. Wel waren grote stuken bedekt met prachtige kristallen. Maar ook niet in de stof. Ze waren eer op astraal en ether niveau. Net zoals de planten Alles was nog Goddelijk in Lemurië. Er was een zee van liefde en bewustzijn. Van blijdschap en regenboogkleuren. Ongelofelijke geluksgevoelens, zoals we die niet kennen van de aarde waren er in al wat er leefde. En alles was zich intens bewust van de omgeving. Hele velden kristallen wisten precies wat een klein kristalletje “dacht en voelde”. Ze waren veel meer dan zenders, ontvangers en versterkers van de meest mooie en blije energie die ik ken. Geen enkele “gedachte” van een kristal kon negatief zijn. Alles was zo open voor elkaar juist omdat er geen enkel sprankje negatieve energie nog bestond. De grote wuivende varens waren zelfbewust. En deelden hun ontwikkelingswensen aan elkaar mee. In die eerste dagen wilde alles zichzelf creëren en vorm geven. Steeds meer soorten werden er “bedacht” vanuit zoveel liefde en speelsheid en licht. Een welhaast ongekend scheppings- en lentegevoel bestond er en alles deed daaraan mee. Door de kristallenvelden en de wuivende varens bewogen prachtig gekleurde deva’s en werkelijk heel veel natuurwezens met hun ijle kleurenuitstraling.
De kristallen waren nog heel direct verbonden met de hogere lichtsferen van waaruit ze voortkwamen. Maar ook de directe Goddelijke energie werkte als gouden informatiestralen met de kristallen samen. De kristallen hielden deze energie vast voor de planeet.
Pas later, toen de planeet al meer in de stof groeide, hielden ze ook het electro-magnetisch veld systeem voor de aarde vast. En nog weer later, toen de polen en het electro-magnetisch veld klaar waren kon er via dit systeem informatie- be�nvloeding plaats vinden. De ontwikkeling van de planeet en het eco-systeem werden beënvloed om de planeet te kolonialiseren. De kristallen waren zich in die eerste dagen ook bewust van elkaar. Ze waren een grote kristallen zee en toch kenden ze elk deel daarvan en wiste ook dat dit deel een eigen “stukje” bewustzijn met zich meedroeg. Doordat ze alleen maar oneindige blijheid, licht en liefde zonden naar elkaar konden zo ook in de eenheid blijven. Pas later toen de individuele deeltjes steeds sterker werden, reageerden ze “persoonlijk” op de omgeving.
Op de stralen uit de kosmos, op de natuurwezentjes om hun heen, enz. en geleidelijk aan ontstonden er verschillen en af gescheidenheid. Langzaam sloten sommige kristallen hun energie en verharden zich. Ze waren minder open voor elkaar en konden daardoor ook minder liefdestrillingen uitzenden. Het grote veld van eenheid verdween en daarmee kon ook de hoge Goddelijke energie niet meer volledig in het zich verhardende kristal binnen komen.individuele kristallen ontwikkelde eigen uitstralingen en nog weer later, eigen doelen. Kristallen hebben wel een deva of “geestelijk”inwezen bij zich, maar de aansluiting met de Hogere kristallen lichtmeester uit de lichtsferen waarvan ze geschapen zijn, is meestal verloren. Bij bijzondere kristallen is die nog intact of kan herstelt worden. Kristallen scheiden zichzelf steeds verder af toen ze meer een lichaam van stof aannamen. Sommige kristallen, gingen diep naar het binnenste van de aarde waardoor ze verbonden kunnen blijven met de Goddelijke en kosmische stralen en met de hogere informatie en liefde die op deze stralen meekomt. Andere kristallen besloten het plantenleven te gaan dienen en werden allerlei mineralen in de aarde. In de oude dagen was het kristallen koninkrijk niet gescheiden van het plantenrijk. De kristallen, planten en deva’s waren nog volledig open voor elkaar. Ze genoten van elkaars gevoelens over liefde, geluk, blijdschap, schoonheid en speelden over en weer met kleuren en energiepatronen. Ze voelden elkaar volledig aan. Maar ook deze beide koninkrijken ontwikkel-den zich in afscheiding. De planten schiepen via plaatjes die ze op elkaar overbrachten nieuwe soorten. Ze gingen hier heel speels en creatief mee om. En later wilden ze ook voor verschillende doelen dienen. Sommige wilden als hele hoge bomen zich terugtrekken uit de later ontstane mensenwereld en ze wilden vooral als kosmische antennes voor de aarde blijven dienen. An-dere soorten wilden vooral het ecosysteem van de aarde dienen en nog weer anderen hadden besloten mens en dier te dienen door eetbaar te worden.
We staan nu aan de vooravond van een nieuw tijdperk waarin het de bedoeling is dat uiteindelijk de koninkrijken van de aarde weer in elkaar overvloeien